‘Heerlijk dat de moedige, sprankelende verzetsvrouw Jet Roosenburg nu uit de schaduw van de mannen treedt.’ — Jolande Withuis
Eind 1943 neemt het Duitse leger de jonge verzetsvrouw Henriette ‘Zip’ Roosenburg gevangen. Na een schertsproces wordt ze driemaal ter dood veroordeeld. Omdat de geallieerde troepen oprukken vanuit Frankrijk, wordt ze overgeplaatst van gevangenis naar gevangenis, steeds verder naar het oosten. Ze belandt in Waldheim, Oost-Duitsland, waar zij en haar compagnons Joke en Nel hun doodsvonnis afwachten.
Vlak voor de geplande executie nemen de Russen de gevangenis over, maar veilig zijn de Nederlanders allerminst. Samen met Joke, Nel en Dries, een Nederlandse zeeman, bereidt Zip een vlucht voor. In De muren vielen om doet Henriette
Roosenburg ontroerend maar zonder opsmuk verslag van de ongelooflijke vlucht: de nasleep van de allesverwoestende oorlog,
de plunderende en verkrachtende Russen, en een tocht die met een gestolen boot ingezet wordt, terug naar een bevrijd
land.