Een paleontologische expeditie midden in de bergen. Na het succes van Mijn koningin (Oevers, 2018) treedt Jean-Baptiste Andrea met zijn tweede roman in de voetsporen van de grote natuurschrijvers.
In 1954 roept Stan, professor in de paleontologie aan de universiteit van Parijs, in een afgelegen bergdorp tussen Frankrijk en Italië zijn vriend en voormalige assistent Umberto op, die hij voorstelt zich bij hem te voegen om de droom te realiseren die hem obsedeert: het vinden van het skelet van een veronderstelde dinosaurus bevroren in het ijs.
Samen met Peter, Umberto's jonge assistent aan de universiteit van Turijn, en berggids Gio, beginnen de mannen aan de expeditie. Tijdens de beklimming blijkt de aanvankelijke zoektocht — die bij aanvang wetenschappelijk was — na verloop van tijd breder te zijn dan dat. Want de terugkeer naar de natuur, de ervaring van kou, inspanning en eenzaamheid, is ook een kans om in de oorsprong van de mensheid te duiken; die van de waanzin en de kindertijd. Als Stan na twee maanden alleen in het basiskamp achterblijft en de winter begint, moet hij zien te overleven tot het voorjaar om weer af te kunnen dalen naar de bewoonde wereld.
'Nu weet ik het. Ik weet waar de winter in deze bergen op lijkt. Op een locomotief. Een razende machine, een vonkenwaan die danst op zijn rails, een stalen lach aan de horizon. Hij brult, hij steigert, hij trekt springend zijn gietijzeren vracht. Ik heb het natuurlijk over de zuivere winter, niet over het vriendelijke seizoen dat jaarlijks ons bestaan op vlakten en in steden beroert. Ik heb het over een gulzige god wiens woede de bergtoppen schaaft en de bergkammen schuurt. Hij geeft de gletsjers durf en blaast, hoog op zijn bergen, zijn minachting voor het leven uit. Hij is vernietiging. Hij is adembenemende schoonheid.'
In de pers:
'Met zijn cinematografische blik en poëtische pen vervoert hij ons naar zijn berg en laat ons een avontuur beleven dat even magisch als meedogenloos is.'
— Le Figaro Littéraire
Jean-Baptiste Andrea (Cannes, 1971) was regisseur en scenarioschrijver, voordat hij begon aan zijn eerste roman Mijn koningin. Het was onmiddellijk succesvol: twaalf literaire prijzen waaronder de Femina des lycéens en de Prix du Premier Roman. Zijn tweede roman, Honderd miljoen jaar en een dag, bevestigde deze enthousiaste ontvangst van lezers.